Eén naam, vele gezichten
Hoogstamboomgaard, de naam zegt het al: een boomgaard met hoogstammige bomen, in tegenstelling tot een laagstamboomgaard waar de bomen al van bij de grond beginnen te vertakken.
Toch ziet niet elke hoogstamboomgaard er hetzelfde uit. Aanvankelijk waren hoogstamboomgaarden landbouwgrond en waren ze alle gelijkaardig ingericht: de traditionele hoogstamboomgaard. Naarmate hun productiefunctie afnam, kregen sommige hoogstamboomgaarden andere functies: een natuurboomgaard, een belevingsboomgaard, een verzamelboomgaard,… Allemaal zijn het hoogstamboomgaarden, maar toch allemaal net een beetje anders.
De traditionele hoogstamboomgaard
Hoogstamboomgaarden vind je meestal op de Haspengouwse hellingen. De vlakke en goed bewerkbare plateaugronden zijn voorbehouden voor de akkerbouw. De warmere naar het zuiden gerichte hellingen zijn het meest geschikt voor fruitproductie. Zon is immers noodzakelijk voor het goed rijpen van het fruit. De fruitbomen worden bij voorkeur in noord-zuid georiënteerde rijen geplant, met ruime afstand (ongeveer 12 x 12 m) zodat er voldoende gras onder kan groeien om het vee te laten grazen.
Traditionele snoei van hoogstamfruitbomen is een ware kunst, bedoeld om de opbrengst te vergroten en het plukken te vergemakkelijken. Bij jonge bomen vindt eerst vormsnoei plaats. Dit betekent: het takvrij maken van de stam over een hoogte van 1,8 à 2 m het vakkundig snoeien van de kruin in karakteristieke vormen: perenbomen zijn lang en driehoekig, terwijl appelbomen eerder een ronde vorm krijgen. Die vormsnoei gebeurt niet zomaar: een hoge stam garandeert dat het fruit buiten het bereik van het vee blijft en de kruinvormen zorgen voor licht en lucht in de bomen. Zo kunnen de vruchten goed rijpen en drogen de bomen snel na regen zodat de kans op schimmelinfecties verkleint. Ook na de vormsnoei is regelmatig snoeien noodzakelijk om de aanmaak van vruchthout te stimuleren. Snoeien is eigenlijk kunstmatig verjongen en jongere takken dragen meer vrucht.
Consumenten zijn veeleisend en fruit is gevoelig. Om het zo goed mogelijke te beschermen tegen slecht weer, richt een fruitteler zijn boomgaard slim in. Peren, die wat meer kunnen verdragen, bevinden zich vooral aan de buitenzijde en westkant van de boomgaard en beschermen zo de gevoeligere soorten zoals appels en steenfruit centraal in de boomgaard. Een houtkant of populierenrij aan de westzijde van de boomgaard biedt extra bescherming tegen hevige neerslag en wind die meestal uit die hoek te verwachten zijn. Een veekeringshaag rond de boomgaard verhindert dat het vee ontsnapt en een metalen hek of barrier verschaft toegang tot de boomgaard.
Een boomgaard is dus meer dan enkel de fruitbomen. In een traditionele hoogstamboomgaard zijn het weiland met vee, de omringende haag, de beschermende houtkant en het toegangshek even belangrijke onderdelen.
Een echte traditionele hoogstamboomgaard met alles erop en eraan is tegenwoordig een zeldzaamheid. Vaak bleven in het landschap alleen restanten bewaard. Een aantal van die hoogstamboomgaarden en hun geschiedenis kan je ontdekken op de inventaris van het onroerend erfgoed in Vlaanderen.
Andere functies, ander uitzicht
Na de Tweede Wereldoorlog verloren de hoogstamboomgaarden stilaan hun productiefunctie. Dit leidde tot het rooien een verwaarlozen van een groot aantal hoogstamboomgaarden in de regio. Gelukkig kregen sommige hoogstamboomgaarden een nieuwe bestemming en daardoor soms ook een ander uitzicht.
Natuurboomgaarden zetten in op een hoge biodiversiteit. Een natuurgericht beheer van hoogstamboomgaarden geeft soms de indruk van verwildering, maar in werkelijkheid is dit slechts schijnbare chaos, bewust gecreëerd voor het aantrekken van vele, soms zeldzame soorten. Oude en dode bomen in natuurboomgaarden zijn een toevluchtsoord voor heel wat zeldzame insecten, waaronder achteruitgaande wilde bijen. Een combinatie van hoger en lager gras zorgt voor variatie in leefomgevingen en dus meer soorten. Open plekken, waar meer licht de bodem bereikt zijn belangrijk voor zeldzame graslandflora, en een breder uitgegroeide haag biedt meer bescherming aan allerlei dieren waaronder broedvogels.
Belevingsboomgaarden zijn openbare hoogstamboomgaarden speciaal ingericht om in te recreëren: wat minder bomen, en meer ruimte om te picknicken of te spelen. En in het oogstseizoen kan je hier zelf vers fruit plukken en unieke smaken ontdekken.
Verzamelboomgaarden: Deze hoogstamboomgaarden zijn speciaal aangelegd om de grote variatie aan soorten en rassen te bewaren en verzamelen heel wat van die rassen op één plek. In de jaren 1980 legde de Provincie Limburg drie fructuaria aan: in Rullingen, Rijkel en Alden-Biezen. Ook de Nationale Boomgaardenstichting doet heel wat moeite om oude streekeigen variëteiten te bewaren.
Er zijn nog tal van andere mogelijke nieuwe functies te bedenken voor hoogstamboomgaarden: een natuurbegraafplaats, een dorpsgaard, een geboorteboomgaard, een boerenmarktplaats,… Heb jij een idee? Laat het dan weten op ons ideeënplatform.