Skip to main content
home-page

Hoogstamboomgaarden in de hedendaagse landbouw

Van hoofdteelt naar kleinschalige duurzame productie

Hoogstamboomgaarden zijn in oorsprong een landbouwteelt, die twee teelten, fruit en vee combineert. Tot de Tweede Wereldoorlog werd deze combinatieteelt op grote schaal toegepast in Haspengouw. Na een oorlog vol honger zette de landbouw sterk in op het verhogen van de voedselproductie.

Fruittelers schakelden over op de productievere laagstamteelt die verschillende voordelen had ten opzichte van de traditionele hoogstamteelt: het snoeien en plukken van deze kleinere bomen is makkelijker en veiliger, de bomen dragen sneller vrucht en produceren meer en laagstamrassen kunnen jaarrond bewaard worden. Het belang van de hoogstamteelt voor de landbouw daalde zienderogen en vertaalde zich in een sterke achteruitgang van de hoogstamboomgaarden in de regio.

Tegenwoordig is naast voedselproductie is ook de zorg om het milieu een belangrijke uitdaging en de landbouw zet nu in op meer groen in landbouwbedrijven en duurzamere productiemethoden zoals biologische landbouw, korte keten landbouw en agroforestry.  In deze ‘alternatieve’ landbouwteelten, die maar een klein percentage van de hele landbouwproductie uitmaken, kreeg de traditionele hoogstamteelt een modern jasje aangemeten.

Korte keten landbouw, of de rechtstreekse verkoop van producent aan consument, staat voor lokale productie. Dit zorgt voor een aantal voordelen: minder voedselkilometers, een betere prijs voor de producent en een beter contact tussen boer en koper. Leven van hoogstamteelt op de klassieke markt is niet rendabel, maar in de korte ketenlandbouw kan het wel. De grote verscheidenheid aan rassen maakt een breed pallet aan smaken en producten mogelijk.

Agroforestry of boslandbouw is een landbouwteelt die twee teelten combineert op één stuk grond. Net zoals een traditionele hoogstamboomgaard dus. Maar de teelt hoeft zich niet te beperken tot een combinatie van hoogstamfruit en rundvee. Ook andere combinaties zijn mogelijk zoals hoogstamfruit en pluimvee of varkens of hoogstamfruit en akker- of groententeelt. Met deze moderne invulling van een oude teelt, kan de hoogstamboomgaard vele nieuwe gezichten krijgen. Op de website van Agroforestry Vlaanderen vind je onderzoeken en goede praktijkvoorbeelden van moderne boslandbouwsystemen.

Waarde van hoogstamboomgaarden: een dubbel gevoel

Landbouwers kijken met gemengde gevoelens naar hoogstamboomgaarden. Veel hoogstamboomgaarden in Haspengouw en Voeren worden gebruikt door veetelers. Ook zij vinden hoogstamboomgaarden waardevolle landschapselementen, maar hoogstamboomgaarden behouden binnen een landbouwbedrijf is geen makkelijke opgave. Het onderhoud van de fruitbomen kost handenvol tijd en geld en ze brengen nauwelijks op: een hele uitdaging voor mensen die van hun grond moeten leven.

Ook fruittelers ervaren dat dubbele gevoel. De oude fruitrassen in hoogstamboomgaarden zijn vaak aangepast aan een specifieke bodem en beter bestand tegen ziekten en plagen dan de moderne rassen. De grote variëteit aan rassen zorgt bovendien voor een veelheid aan vormen, kleuren, smaken… . Die eigenschappen zijn belangrijk voor de moderne fruitteelt om nieuwe rassen te ontwikkelen of om bestaande rassen sterker te maken.

Hoogstamboomgaarden zijn dus ook voor voor de laagstamteelt belangrijk. Anderzijds zijn professionele fruittelers wel bezorgd voor ziekteverspreiding van hoogstamboomgaarden naar hun laagstamplantages. Ziekten en plagen kunnen immers tot grote verliezen leiden in de fruitteelt. De verwekkers van verschillende ziektes en plagen, zoals de fruitmot, de Aziatische fruitvlieg of het Little Cherry Virus, kunnen ook huizen in hoogstamboomgaarden.

Als deze hoogstamboomgaarden slecht onderhouden zijn en het fruit niet geoogst wordt, maar onder de bomen blijft rotten, is de kans op verspreiding van ziektes groter. Gelukkig hoeft de verspreiding van organismen van hoogstamboomgaard naar laagstamboomgaard niet altijd negatief te zijn. Bijen, die zorgen voor een goede bestuiving, en predatoren die zich voeden met de ziekteverwekkers voelen zich ook erg thuis in de hoogstamboomgaard. Van daaruit kunnen deze 'goede beestjes' ook in laagstamboomgaarden goed werk verrichten.

Het is vooral belangrijk om hoogstamboomgaarden goed te beheren. Zo kunnen we zorgen voor zoveel mogelijk positieve effecten en de negatieve effecten op de laagstamteelt beperken.

Deel op facebook
Deel op twitter